In een driehoek kiest men een punt. Door dat punt
trekt men de drie rechten evenwijdig met elk van de
zijden. Hierdoor wordt een zijde gesneden in stukken
met lengte 1, 3 en 2 zoals op de figuur. De oppervlakte van het gearceerde driehoekje verhoudt zich tot deze van de oorspronkelijke driehoek als | A.   |
---|---|
B.   | |
C.   | |
D.   | |
E.   |
Deze vraag (nr.6) werd gesteld in maart 2011 tijdens de tweede ronde van de
26ste Wiskunde Olympiade (5de en 6de jaars).
76% gaf hierop een juist antwoord (ongeveer evenveel foute als blanco antwoorden)
IN CONSTRUCTION |
A.   |
B.   | |
C.   | |
D.   | |
E.   |