Van de volgende drie uitspraken : | A.   is er precies één van juist |
---|---|
B.   zijn enkel de eerste en de tweede juist | |
C.   zijn enkel de eerste en de derde juist | |
D.   zijn enkel de tweede en de derde juist | |
E.   is geen enkele fout |
Deze (tweede)) vraag werd gesteld op 17 januari 2007,
tijdens de 1ste ronde van de Wiskunde Olympiade (5de en 6de leerjaar)
33% van de deelnemers vond het juiste antwoord.
30% vond zelfs dat er maar één juist is !
IN CONSTRUCTION |
A.   |
B.   | |
C.   | |
D.   | |
E.   |