De rij  k −1, k + 3, 3k−1  kunnen slechts drie opeenvolgende termen zijn van een rekenkundige rij als k gelijk is aan A.  2
B.  3
C.  4
D.  5
E.  6
                 

[ 4-8775 - op net sinds 28.2.2023-(E)-3.11.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONS
IN CONSTR
IN CONSTRUC
IN CONSTRUCTI
IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

Bij drie opeenvolgende termen van een rekenkundige rij moet de som van de eerste en de derde gelijk zijn aan het dubbel van de tweede. Dus krijgen we de vergelijking
(k − 1) + (3k − 1) = 2.(k + 3)
4k − 2 = 2k + 6
2k = 8
k = 4
(je kan ook zeggen :
tweede term − eerste term = derde term − tweede term)