Een gelijkbenige driehoek wordt
gevormd door de oorsprong O, het punt A en de top T. (zie figuur)
Voor welke a ( > 0 ) is de oppervlakte van ΔOAT het grootst ?
We drukken eerst de oppervlakte S uit in functie van a : .
Om S te kunnen maximaliseren berekenen we de afgeleide van S naar a :
Omdat er maar één strikt positieve nulwaarde is voor die afgeleide (nl. ∛2 )
kunnen we nu al vermoeden dat dit het antwoord zal zijn.
Om dit vermoeden te bevestigen maken we een tekenschema van DaS.
Het teken van DaS wordt volledig bepaald door de teller van Da S, nl. a(2 − a³).
De noemer is immers steeds positief.