A B C P Q 3 1 1 11 gricha - v7599 - 25.6.2022
In ΔABC worden de zijden [AB] en [AC] door de punten P en Q verdeeld in lijnstukken waarvan de lengtes in de figuur zijn aangegeven.
De driehoeken APQ en ABC zijn
( gelijkvormigheidsfactor = vergrotingsfactor)
A.   niet gelijkvormig
B.   gelijkvormig met
    gelijkvormigheidsfactor 3
C.   gelijkvormig met
    gelijkvormigheidsfactor 4
D.   gelijkvormig met
    gelijkvormigheidsfactor 5
E.   geen van de vorige
                 

[ 2-7599 - op net sinds 7.12.13-()-2.11.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

De benen van de hoek A van de kleine driehoek hebben lengtes 3 en 1.
De benen van de driehoek ABC hebben lengtes 4 en 12.
Wegens de gelijkvormigheid moet :
12   =  4
3     1
In de teller : eerst de grootste dan de kleinste
In de noemer : eveneens eerst de grootste dan de kleinste
De gelijkvormigheidsfactor is nu af te lezen.