In een rechthoekige driehoek (30° - 60° - 90° )
verdeelt de bissectrice uit de rechte hoek
de schuine zijde in twee lijnstukken
waarvan de verhouding
(grootste / kleinste) gelijk is aan
A.   1
B.  
C.   1,5
D.  
E.   2
                 

[ 3-7504 - op net sinds 9.12.2016-()27.9.2021 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

Neem als lengte voor de schuine zijde 2 (hoeft niet, je kan ook 1 of a nemen).
Dan hebben de twee andere rechthoekszijden lengte 1 en
(te vinden via sin 30° =... en cos 30° = ...)
De verhouding van deze (rechthoeks)zijden is volgens de bissectricestelling precies gelijk aan de verhouding van de lijnstukken die deze bissectrice van de schuine zijde afsnijdt. Vandaar het antwoord : / 1 = ...