A(x) is een veelterm van de derde graad.
B(x) is een veelterm van de tweede graad.
Dan is de graad van   A(x) − B(x)
A.  1
B.  2
C.  3
D.  4
E.  5
                 

[ 3-3562 - op net sinds 18.3.2020-(E)-24.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

We illustreren het met een voorbeeld.
A(x)   is een veelterm waarvan de term van de derde graad bestaat (a3≠0)
bv.   5x³ − 2x + 2022   (geen hogere graadstermen)
A(x)   is een veelterm waarvan de term van de tweede graad bestaat (a2≠0)
bv.   8x² + 7x − 2   (geen hogere graadstermen)
Als je de aftrekking A(x) - B(x) maakt zal je altijd een term van de derde graad verkrijgen (en niet hoger).
Hier is  A(x) − B(x) = 5x³ − 9x + 2024
Het antwoord is dus 3