Men werpt drie (onvervalste)
muntstukken  op.
Stel door  P(i)  de kans voor
om  precies  i  keer  kop
te verkrijgen (i = 0,1,2,3).
Welke gelijkheid is juist ?
A.   P(0) = P(1)
B.   P(1) = P(2)
C.   P(1) = 2.P(0)
D.   P(2) = 2.P(1)
E.   P(3) =
                 

[ 6-3387 - op net sinds 15.3.15-(E)-24.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

Als je drie muntstukken opwerpt is de kans
op resp. 0, 1, 2 of 3 keer kop gelijk aan
1/8 , 3/8 , 3/8 , 1/8
(Merk op dat de vier tellers van de breuken precies de vier coëfficiënten zijn van de vier termen in de uitwerking van (a + b)³ !)
Twee breuken zijn gelijk zodat P(1) = P(2)
Dat die twee gelijk zijn mag je niet verwonderen : twee keer kop gooien komt neer op 1 keer let gooien.