Uitspraak 1: De kans om met 3 muntstukken (precies) 1 keer kop te gooien is even groot als de kans om (precies) 2 keer kop te gooien

Uitspraak 2: De kans om met 5 dobbelstenen (precies) 1 keer 6 te gooien is even groot als de kans om geen enkele 6 te gooien

Uitspraak 3: De kans om met 2 dobbelstenen 6 ogen te gooien (op de 2 samen) is even groot als de kans om 8 ogen te gooien.
A.  Enkel de eerste en de tweede zijn juist
B.  Enkel de eerste en de derde zijn juist
C.  Enkel de tweede en de derde zijn juist
D.  Precies één uitspraak is juist
E.  Geen enkele uitspraak is juist
F.  Alle drie de uitspraken zijn juist
                   

[ 6-3040 - op net sinds 13.3.2020-(E)-4.11.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  
F.  

Oplossing - Solution

Uitspraak 1 :
de kans om 1 keer kop te gooien = de kans om 1 keer let te gooien
= de kans om 2 keer kop te gooien is  3/8
Uitspraak 2 :
De kans om met 5 dobbelstenen 1 keer 6 te gooien is  5.(1/6)1.(5/6)4 ≈ 40%
De kans om geen enkele 6 te gooien is  (5/6)5 ≈ 40%
Uitspraak 3 :
De kans om 6 ogen te gooien op twee dobbelstenen is  5/36
[ 5 komt van   1-5   2-4   3-3   4-2   5-1 ]
De kans om 8 ogen te gooien op twee dobbelstenen is  5/36
[ 5 komt van   2-6   3-5   4-4   5-3   6-2 ]