Hoeveel van de volgende vier uitspraken zijn waar ?
→ twee cirkels zijn steeds gelijkvormig
→ twee vierkanten zijn steeds gelijkvormig
→ twee gelijkzijdige driehoeken zijn steeds gelijkvormig
→ twee gelijkbenige rechthoekige driehoeken zijn steeds gelijkvormig
| A. 1 |
B. 2 |
C. 3 |
D. 4 |
E. 0 |
[ 3-0895 - op net sinds 9.12.13-(E)-17.11.2023 ]
Translation in E N G L I S H
How many statements are correct ?
→ two circles are always similar
→ two squares are always similar
→ two equilateral triangles are always similar
→ two isosceles right triangles are always similar
|
A.   1 |
B.   2 |
C.   3 |
D.   4 |
E.   0 |
Oplossing - Solution
Twee cirkels zijn altijd gelijkvormig (ongeacht de grootte van hun straal; als je 'inzoomt' of 'uitoomt' op een cirkel krijg je altijd terug een cirkel maar met een andere straal)
Twee vierkanten zijn altijd gelijkvormig (ongeacht de grootte van hun zijde; als je 'inzoomt' of 'uitzoomt' op een vierkant verkrijg je terug een vierkant)
Twee gelijkzijdige driehoeken zijn altijd gelijkvormig (ongeacht de grootte van hun zijden; HHH)
Twee gelijkbenige rechthoekige driehoeken zijn altijd gelijkvormig omdat ze dezelfde hoeken hebben (45°,45°,90°)
We hebben hier dus te doen met vier ware uitspraken.