De grafiek van de tweedegraadsfunctie f (x) snijdt de y-as in +16 en de x-as in +2 en +8.
De kleinste waarde van f (x) is gelijk aan 		A.  − 16
B.  − 9
C.  − 6
D.  − 5
E.  5
                 

Deze (1ste) vraag werd gesteld op 21 januari 1987 tijdens de eerste ronde van de 2de Wiskunde Olypiade (5de en 6de jaars)
Ongeveer evenveel leerlingen gaven een juist, een fout of een blanco antwoord.

[ 4-0199 - op net sinds 28.2.2020-(E)-24.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION
 A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

f(x) is van de vorm   f(x) = a(x − 2).(x − 8).
Voor x = 0 moet y = 16 zijn, dus moet 16 = a.(−2).(−8) ⇔ a = 1
De kleinste waarde van y treedt op voor x = 5 (gemiddelde van 2 en 8)
Dan is f(x) = (5 − 2).(5 − 8) = 3.(−3) = − 9