Thailand: Ayutthaya

Ergens moet er een archeoloog in ons begraven zitten. Hoe valt het anders te verklaren dat zowel Lieke als ik telkens weer zo onder de indruk komen van opeengestapelde stenen die men in de omgangstaal ruïnes noemt ? Wel, in Ayutthaya hadden we het weer zitten! Haal de superlatieven maar boven!


In 1350 nam Ayutthaya de titel van hoofdstad over van Sukothai, een titel die ze gedurende vierhonderd jaar van voorspoed en rijkdom met opgeheven hoofd zou dragen, een tijdperk dat de geschiedenisboeken unaniem beschrijven als de gouden jaren van de Thaise kunst en cultuur. De versterkte stad stond in die tijd bekend als een van de meest kosmopolitische metropolen ter wereld, tot haar complete verwoesting in 1767. In dat noodlottig jaar viel het Birmaanse leger Ayutthaya binnen en legde haar in de as. Van alle culturele en architecturale schatten bleven niets dan ruïnes over.

twee van de drie chedi's

Wat rest is niettemin een lust voor het oog. De stenen restanten werden in ere hersteld. Sommige werden prachtig gerestaureerd. Goed onderhouden grasvelden strekken zich als groene tapijten uit tussen de ruïnes. En toch hebben we slechts een fractie gezien van dit terrein dat 15 km² groot is! Om een volledig beeld van deze stad te hebben moet je minstens een volle dag uittrekken.

Ayutthaya werd gebouwd op een eiland aan de samenloop van drie rivieren maar ook buiten deze natuurlijke grenzen werden archeologische vondsten gedaan.

Naast de tempel waarin de grootste bronzen boeddha van het land - 20 meter! - staat, ligt de Wat Si Sanphet, gemakkelijk herkenbaar aan de drie chedi's waarin de assen van de eerste koningen van Ayutthaya worden bewaard. We willen jullie hun namen niet onthouden : Borommatrailokanat, Borommarachathirat en Boromratchanophutthangkun (sic!). Op de foto hierboven zie je twee van die drie chedi's. Onze foto van de derde chedi vind je hier.

In 1500 liet koning Ramathibodhi er een 16 meter hoge boeddha neerzetten die met goud werd bedekt. Toen de Birmanen de stad met de grond gelijk maakten, gingen ze aan de haal met het goud en lieten het ontblote beeld achter. Rama I bracht het beeld naar Bangkok waar het een nieuwe thuis vond in de groene chedi van Rama I in de Wat Pho.

Aan de andere kant van de weg rijst de hoge Khmer-prang op van de Wat Raja Burana uit 1424. Het beklimmen van de prang is wat gevaarlijk. De trappen zijn enorm stijl en smal. Maar het uitzicht dat je van daarboven hebt is schitterend! Van de naburige Wat Mahathat restten enkel de fundamenten. Opgravingen hebben een ware schat aan kroonjuwelen, sieraden en boeddhabeeldjes opgeleverd die te bewonderen zijn in het Nationaal Museum Chao Sam Phraya, eveneens op het eiland.

< homepage | top | ga terug | lees verder >