Peru en Bolivia - 2006
Chalalán Lodge, Bolivia

De aanlegsteiger stelt niet veel voor. Minder nog, want er is er geen. Een van de bemanningsleden stapt kniehoog het water in en trekt de boot op de kant zodat wij met droge voeten de boot kunnen verlaten. Daarna is het: rugzak om en het oerwoud in voor een wandeling van twee kilometer naar de lodge die ingeplant werd naast een meer. De indianen hebben er een echt pad van gemaakt, met (verspreide) keien en al, kronkelend langs de voet van de reusachtige bomen. Na een half uur bereiken we de weinige gebouwen, die allemaal opgetrokken zijn uit natuurlijk materiaal. Een groot gebouw dient als restaurant. Een ander is de keuken. Weer een ander dient als slaapplaats voor de indianen die in de lodge werken. En dan zijn er de slaapgebouwen voor ons, toeristen. Veel volk kunnen ze niet ontvangen, hooguit vierentwintig mensen, te verdelen over drie bungalows en drie cabines die ze voorbehouden voor mensen op huwelijksreis. Wij komen in een van de drie bungalows terecht. Over onze bedden hangt een muskietennet en er is een kaptafeltje en een nachtkastje.

Geen WC of douche. Daarvoor moeten we naar buiten, naar een ander gebouw dat een twintigtal meter verderop staat. Geen probleem, toch? Nee, overdag niet.

Er is zowaar elektriciteit. Elektriciteit, hier? Ja en nee. Tussen de gebouwen van de lodge en het aanpalend meer ligt een grasveldje, en hier en daar staan zonnepanelen op hoge palen, die ervoor zorgen dat we wat licht hebben in onze kamer. Zuivere luxe!

< homepage | top | ga terug | lees verder >