De ligging van Tunesië

Tunesië (officieel al-Djoemhoerijja at-Toenisijja) vormt het centrum van Noord-Afrika en is de kleinste staat van de Maghreb landen.
Plaatselijke verschillen in het klimaat van Tunesië treden op door de invloed van de Middellandse Zee, de ligging van het Atlasgebergte en van de zuidelijke Sahara.

De grenzen van Tunesië

• ten noorden en ten oosten: de natuurlijke grens van de Middellandse zee
• ten zuiden: de Sahara woestijn, grenzend aan Lybië en Algerije. Het woestijngebied omvat nagenoeg 50% van de totale oppervlakte van Tunesië
• ten westen: Algerije dat door de uitlopers van het Atlasgebergte gescheiden is van het binnenland van Tunesië.

Geografische gebieden

• de kuststreek: de noordkust is woester, met name het schiereiland Cap Bon, waar de kalksteenrotsen vlak aan de kust oprijzen.
  Daarentegen heeft de oostkust enkele van de mooiste stranden van de Middellandse Zee. Zo zijn de prachtige stranden rond Hammamet uitgegroeid tot grote vakantieoorden.
  De totale kuststreek is 1200 km lang waarvan 600 km zandstranden.
  Langs de oostzijde vinden we de nabijgelegen eilandengroep van Kerkenna en het bekende eiland Djerba. Ooit waren deze eilanden met het vasteland verbonden.
  Verder heeft de noordkust de beschermende baai van Tunis, de oostkust de baai van Hammamet en, tussen de eilanden in, de baai van Gabes.
  Onder invloed van de Middellandse Zee heeft dit gebied een subtropisch klimaat met warme en droge zomers en met zachte maar natte winters
• de Tell: in het noorden is dit een heuvelachtig gebied met de uitlopers van het Atlasgebergte. Tussen de noordelijke Tell en de Dorsale (of hoge Tell) loopt de grootste (en enige die het ganse jaar water bevat!) rivier van Tunesië: de Mejerba, die uitmondt in de baai van Tunis.
  Het Mejerba dal is zéér vruchtbaar (granen). Reeds in de oudheid was dit landbouwgebied.
  De heuvels van de noordelijke Tell zijn bedekt met naald- en eikenbomen.
  De Dorsale is minder vruchtbaar, maar bevat veel fosfaatvoorraden.
  Nabij Kasserine bevindt zich de Djebel Chambi, met zijn 1544m de hoogste berg van de Dorsale.
  In dit gebied valt er meer regen en in de hogere delen zelfs sneeuw. In januari, de koudste periode van het jaar, is de temperatuur hier gem. 6°C
• de Sahel: dit vruchtbaar en golvend gebied ligt ten zuidoosten van de Tell. Hier staan de miljoenen olijfbomen. Ten westen hiervan is het grassteppe gebied vrijwel onvruchtbaar.
  Het klimaat in dit gebied is zachter dan de noordelijke kuststreek. De gemiddelde temperatuur hier is niet zo erg verschillend van die in het noorden, dit komst door de zachtere dagtemperatuur en de flink lagere nachttemperatuur
• de zoutmeren: eens voorbij de dorre heuvels rond Gafsa begint het landschap meer en meer op dat van de Sahara te lijken. Hier vinden we de zoutmeren en rivierbeddingen die bijna het ganse jaar droogstaan. De twee grootste chotts (zoutmeren), de Chott el Djerid en de Chott el Gharsa, liggen in het zuidwesten. Ze zijn omgeven door palmoases en lage tuinbouw gewassen.
  Verder naar het oosten van de chotts vinden we de prachtig gevormde heuvels van de Djebel Demer. Dit gebied van stenen en zand is nog steeds het domein van de Berbers die er in lage huizen, zelfs onder de grond, en in versterkte huizengroepen (ksars en ksour) wonen.
  Wegens de afnemende vochtigheid ligt de gemiddelde temperatuur in dit gebied hoger.
  Als voorbeeld: in Tozeur bereikt de gem. temp. in de maand juli een 35°C
• de Sahara: Verder naar het zuiden en het westen begint de échte Sahara. Het overgangsgebied naar de zuidelijke Sahara staat bekend als de Oostelijke Grote Erg. Hier wordt, buiten de dadelpalmen, praktisch niets meer verbouwd. De Erg zelf is een klassieke woestijn met glooiende zandheuvels, alleen begaanbaar voor kamelen en terreinwagens.
  In dit zéér droge gebied kan de dagtemperatuur oplopen tot een 40 à 50°C... maar 's nachts kan de temperatuur teruglopen tot nabij het vriespunt!

Temperatuur en neerslag

Laat u niet te erg afschrikken door de wel erg hoge max.temp. in het binnenland en in het zuiden tijdens de maanden juli en augustus: de 'gevoelswarmte' is hier, door de lage luchtvochtigheid en koele wind, vaak goed te verdragen. Geen "zwoele" of "drukkende" warmte zoals bij ons in België bekend...
Typisch merk je dit door het feit dat je buiten, in de open lucht, nagenoeg niet gaat transpireren. Kom je daarna in een van airco voorziene auto of -bus dan ga je meteen, door de hogere luchtvochtigheid, flink transpireren!
Een noodzaak: drink minimaal 2 liter water per dag en per persoon!

Last updated 8.4.2006