![]() ![]() ![]() |
|
- agadir = opslagplaats - Allah = God - ain = bron - ait = zoon van - anfa = heuvel - aya/ayat = vers uit de koran - bab = poort - babouche = leren puntmuiltje - ben/beni = zoon van ... - berbers = de oorspronkelijke bewoners van N Afrika - bir = waterput - borj = fort, vesting, toren - bou = vader van ... - boernoes = wollen mantel - chérif/sjafir/chorfa = afstammeling van de profeet - calife = bisschop van de profeet - couscous = gerecht in N Afrika - dar = huis - djellaba = lang gewaad met capuchon - djihad = de heilige oorlog - dirham = Marokkaanse munteenheid - douar = legerplaats, versterkt dorp - el (ech, es, en, et) = de ... - emir = prins - fantasia = ruitershow - fez = conisch wollen ronde hoed - fellah = boer - guerrab = waterdrager - hadj = pelgrimstocht naar Mekka - hadji = persoon die de bedevaart naar Mekka heeft volbracht - haram = heilige ruimte, gebedsruimte in de moskee - hammam = Moors of Turks badhuis - harira = Marokkaanse soep - harqus = beschildering ter vervanging van tatoeage - henna = natuurlijke 'verf' - Islam = "onderwerping" - imam = priester- voorlezer bij de islam - jamaa = moskee - jemil = kameel |
- jebel = berg - kaftan = lang gewaad - kalesse = koets (rijtuig) - kaid = chef of distrikshoofd - kasba = versterkt deel van de stad - koran = "voordracht" - ksar of ksour = een versterkt dorp - maghreb = landen- unie van N Afrika - maraboet = heilige, graf van een heilige - medina = Arabisch stadsdeel - medresse = koranschool - mellach = joodse deel in de medina - mihrab = gebedsnis in de moskee, richting Mekka - minbar = preekstoel in de moskee - minaret = toren op de hoek van de moskee - moskee = plaats waar de moslims bijeenkomen om te bidden - moeddzin = degene die van op de minaret oproept tot het gebed - moulay = heer - oued = rivier - qibla = de richting naar Mekka - ramadan = vastenmaand van de moslims - riad = binnenplaats - salaat = het gebed - selham = boernoes - serdal = versierde wollen of zijden hoofdband voor meisjes - shahada = islamitische geloofsbelijdenis - siaam = de vasten tijdens de ramadan - sidi = mijnheer - sjeik = leider, overste - soek = markt - soera = hoofdstuk uit de koran - tajine = Marokkaans gerecht - tarbouche = fez - touareg = nomadische Berbers uit de Sahara - tizi = bergpas - wadi = rivier(bedding), waterloop - zakaat = armoedebelasting - zaouia = broederschap rond een heilige |
Last updated 10.4.2006