De Marinieden
De Marinieden waren Berber nomaden in Oost-Marokko. Geleidelijk gingen zij echter ook stedelijke centra in het gebied besturen, in 1248 veroverden ze Fes en in 1269 slaagden zij erin om Marrakech te veroveren.
De dynastie van de Marinieden werd echter gekenmerkt door interne twisten en halfslachtig bestuur. Ze zijn ook nooit zo machtig geworden als hun voorgangers. Onder de Marinieden heeft Marokko definitief haar aanspraken op de oostelijke delen van de Maghreb en Spanje opgegeven.
Tijdens de middeleeuwen (1400-1650)
Marokko speelde gedurende de Middeleeuwen een belangrijke rol op het Iberische schiereiland. Grote delen van Andalusië maakten lange tijd deel uit van het Marokkaanse rijk. Daarnaast vervulde Marokko een spilfunctie in het handelsverkeer tussen zwart Afrika en Europa.
Na 1400 deden zich enkele belangrijke veranderingen voor.
In 1492 viel Granada. Portugal en Spanje drongen Marokko in het defensief. De meeste havens langs de Atlantische en Middellandse Zeekust werden bezet (Tanger, Essaouira en Agadir).
Langs de oostgrens nestelde zich het Ottomaanse Rijk definitief als buur. Het zwaartepunt van de handel verplaatste zich van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan.
Marokko valt uiteen in verschillende rijken, maar de sultan in Marrakech blijft voor de Europeanen de belangrijkste gezaghebber. Als de sultans niet genoeg weerstand boden aan de Europese invloed vulden religieuze broederschappen (zawia's) en kapers het machtsvacuüm op.
Marokko onder de Alaouïeten (1660-1820)
Vanaf 1650 wist een nieuwe dynastie uit Zuid-Marokko het land onder een centraal gezag te brengen en de meeste kustplaatsen op de Europeanen te heroveren. De dynastie der Alaouïeten heeft haar gezag tot op de dag van vandaag weten te behouden. Natuurlijk deden zich nog wel opvolgingstwisten voor, maar deze bleven binnen de familie.
Moulay Ismail (1672-1727), die Meknes tot sultanstad maakte, wordt in Marokko gezien als de grootste sultan die de Europese bezetters grotendeels wist te verdrijven en de rust in het land herstelde. De basis van zijn gezag was een goed georganiseerd leger, bestaande uit 15000 zwarte Afrikaanse ruiters. Daarnaast wist hij de nog steeds invloedrijke zawia's aan zich te binden en trok hij de controle over de kaapvaart naar zich toe, voordat deze uiteindelijk door hem ontmanteld werden.
Onder de heerschappij van Moulay Ismail floreerde de buitenlandse handel. Na de dood van Moulay Ismail brak een periode aan van anarchie.
Toen in Europa in de loop van de 19de eeuw de industriële revolutie op gang komt en Europese kooplieden wereldwijd op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten en grondstoffen, werd Marokko langzaam maar zeker het slachtoffer van de Europese expansiedrift: na economische en commerciële penetratie door de Europese mogendheden en het opbouwen van een torenhoge schuldenlast werd het land onder curatele gesteld en verliest het tenslotte zijn onafhankelijkheid.
De opdeling van het Afrikaanse continent begon eigenlijk met de verovering van Algerije door Frankrijk in 1830. Toen een Algerijnse emir de sultan verzocht deel te nemen aan de heilige oorlog tegen de Fransen, kon deze niet weigeren. Het Marokkaanse leger leed echter een pijnlijke nederlaag en de militaire zwakte van Marokko kwam in 1844 dan ook duidelijk aan het licht.
De internationale conferentie van Madrid in 1880 betekende het definitieve einde van de Marokkaanse onafhankelijkheid: Europeanen kregen nu ook het recht om land te bezitten.
In 1912 werd Marokko verdeeld in een Spaans (in het N) en een Frans (in het Z) protectoraat.
Het protectoraat (1912-1956)
Marokko werd geen kolonie, maar een protectoraat.
Dit kwam er op neer dat de Marokkaanse soevereiniteit in naam werd gerespecteerd, evenals de positie van de sultan, en dat Frankrijk en Spanje als beschermheren optraden die het land zouden begeleiden bij het moderniseringsproces.
De weerstand was vanaf het begin groot, het duurde ruim dertig jaar alvorens Marokko daadwerkelijk gepacificeerd was.
Het Franse bestuur, onder de Franse resident- generaal Lyautey, maakte Rabat tot nieuwe hoofdstad en bouwde nieuwe wijken in de steden. Zodoende zijn de oude stadsdelen (medina) gespaard gebleven.
In 1944 werd de onafhankelijkheidspartij Istiqlalpartij opgericht, gesteund door sultan Mohammed V. Overleg met de Franse regering leverde niets op. De spanningen liepen inmiddels hoog op. In 1953 werd de sultan Mohammed V zelfs gevangen genomen en door de Franse verbannen. Dit pikte het Marokkaanse volk echter niet. Er brak een volksopstand uit en de nationalisten namen hun toevlucht tot aanslagen. Buiten Marokko groeide vanaf dat moment de steun voor de nationalisten en het verzet van tegen het Franse optreden.
In 1955 deed de Marionettensultan (die daar door de Fransen was neergezet) afstand van de troon en keerde Mohammed V terug.
Op 16 november 1955 riep hij de onafhankelijkheid van Marokko uit.
Op 2 maart 1956 was het afgelopen met het Franse protectoraat.
"God, het vaderland en de koning"
Na de onafhankelijkheid verwachtte de Istiqlalpartij dat zij een belangrijke rol zou gaan spelen in een nieuw democratisch Marokko. Dat pakte echter volledig anders uit.
Zowel Mohammed V als Hassan II (zijn zoon, die zijn vader in 1961 opvolgde) toonden weinig bereidheid om de macht te delen. Mohammed V kon hierbij nog gebruik maken van zijn prestige als leider van de strijd voor onafhankelijkheid, maar onder Hassan II ontwikkelde Marokko zich tot een autoritaire staat.
Om zijn verloren prestige te herwinnen, mobiliseerde koning Hassan II de bevolking rond de Westelijke- Saharakwestie: bij de Groene Mars op 6 november 1975 trokken 350.000 ongewapende Marokkanen de W Sahara binnen. De Spanjaarden moesten hun kolonie prijsgeven: het N van de W Sahara kwam in Marokkaanse handen en het Z deel van de W Sahara werd een deel van Mauritanië.
Na een langdurige woestijnoorlog (tegen het Polisario, een bevrijdingsbeweging uit Algerije bestaande uit gevluchte W Sahara bewoners) bezette Marokko in 1979 ook dit Z deel van de W Sahara. Een tweede middel om zijn absolute macht te rechtvaardigen, vond de koning in zijn titel: 'Vorst der Gelovigen' (Amir al- Moeminiem).
Het symbool bij uitstek van zijn religieuze leidersfunctie werd de immense Hassan II moskee in Casablanca (na de moskee van Mekka, is dit de grootste van de wereld), die hij liet bouwen.
De huidige koning Mohammed VI volgde in 1999 zijn vader op. Hij wordt in het Westen wel beschouwd als een van de representanten van een nieuwe lichting jonge moderne staatshoofden die in het Midden-Oosten modernisering en democratie teweeg kunnen brengen. Of dat ook werkelijk zal gaan gebeuren, moet de toekomst uitwijzen.
Last updated 9.4.2006