Geschiedenis van Marokko

Marokko... [vóór de Islam] [de dynastieën] [in de middeleeuwen] [de Alaouïeten]
          [in de 19de eeuw] [het protectoraat] [na de onafhankelijkheid]

Voor de komst van de Islam

  • De Berbers

    Over de vroegste geschiedenis van Marokko is weinig bekend.
    Tegenwoordig noemt men de oorspronkelijke bevolking van Noord-Afrika Berbers. Voor de Romeinen waren alle niet- Romeinen barbari, afgeleid van het Griekse woord barbaroi (baarddragenden, vreemdelingen), volgens anderen is het woord afgeleid van de Arabisch stam
    ba-ra-ba-ra (stotteren, stamelen).

  • De Feniciërs

    Vanaf 700 v. Chr. drongen de eerste handelsexpedities vanuit Carthago door tot de kusten van Marokko. Het waren de Feniciërs die als eerste informatie over de streek op schrift stellen.

  • De Romeinen

    Juba IIIn 146 v. Chr. werd Carthago door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt.
    In het huidige West-Algerije en Noord-Marokko (oa. in Volubelis) ontstond toen een bloeiend koninkrijk, Mauritanië. Dit onder de leiding van de door Rome afgevaardigde koning Juba II.


    De dynastieën van Marokko

  • De Berber dynastieën (700- 1440)

    In de 9de eeuw vestigde een nazaat van de Oemajjaden een dynastie in Marokko, wat het begin betekende van Marokko als onafhankelijke staat.
    Onder de drie Berber dynastieën (de Almoravieden, de Almohaden en de Marinieden) kwam Marokko tot grote bloei. Opvallend is dat alle drie de dynastieën hun oorsprong vinden in de periferie van het Rijk: de Almoravieden ver in de Sahara, de Almohaden in de bergen van de Hoge Atlas en de Marinieden in de oostelijke steppen langs de grens met Algerije.

  • De Idrissieden (786-920)

    In 786 ontsnapte Idris I aan de massamoord door de Abbasieden op zijn familie en vluchtte naar Marokko.
    Hoewel hij in 791 alsnog door de Abbasieden-kalief in Bagdad vergiftigd werd, wist zijn zoon Idris II de eerste onafhankelijke dynastie te vestigen. Hij wist de verschillende Berberstammen te verenigen en verlegde de grenzen ver naar het zuiden. Fès (met de grootste moskee van Marokko: de Kairaouïne) werd de hoofdstad van het nieuwe Marokko. Na zijn dood viel het rijk uiteen in kleine vorstendommen.
    Ondanks hun korte heerschappij worden de Idrissieden beschouwd als de grondleggers van het onafhankelijke Marokko en tevens de ware verspreiders van de Islam daar.
    Het graf van Idris I in Moulay Idriss is nog steeds een van de belangrijkste heilige plaatsen in Marokko.

  • De Almoravieden (± 1040-1140)

    Een nomadenstam uit de westelijke Sahara slaagde erin zijn macht in snel tempo uit te breiden. In 1060 stichtten zij Marrakech als de nieuwe hoofdstad van het Almoravidische rijk, dat zich op zijn hoogtepunt uitspreidde van Noord-Spanje tot aan de Sahara.
    Voor het eerst in de geschiedenis van de islam waren de heersers van een groot islamitisch rijk niet van Arabische oorsprong. De Berbers hadden duidelijk gemaakt dat zij de vitale kracht waren in deze regio. Marrakech was hun hoofdstad. De nieuwe hoofdstad zou vanaf nu de rivaal zijn van Fès, dat altijd een meer Arabisch karakter heeft behouden.

  • De Almohaden

    De Almohaden richtten zich bij de uitbreiding van hun rijk niet zozeer op Andalusië, maar meer op de gebieden ten oosten van Marokko. Nadat zij heel Marokko onder controle hadden gebracht en ze na de inname van Marrakech de zoon van laatste sultan van de Almoravieden hadden vermoord, verjoegen zij de Normandiërs uit Iffriqiya (het huidige Tunesië).
    Voor het eerst sinds de Romeinen was heel Noord-Afrika weer verenigd onder één bestuur. In Rabat werd de Hassan toren opgericht, in Marrakech de Koutoubia moskee. Echter, de Almohaden bestuurden de veroverde gebiedsdelen niet als volwaardige provincies, maar als wingebieden en al vrij snel begon het te rommelen.
    Na de dood van Jaqoed al-Mansoer in 1199 brokkelde het gezag van de sultan in Marrakech snel af. Tunis verklaart zich onafhankelijk en in Spanje stichtten allerlei lokale potentaten eigen rijkjes.

  • De Marinieden

    De Marinieden waren Berber nomaden in Oost-Marokko. Geleidelijk gingen zij echter ook stedelijke centra in het gebied besturen, in 1248 veroverden ze Fes en in 1269 slaagden zij erin om Marrakech te veroveren.
    De dynastie van de Marinieden werd echter gekenmerkt door interne twisten en halfslachtig bestuur. Ze zijn ook nooit zo machtig geworden als hun voorgangers. Onder de Marinieden heeft Marokko definitief haar aanspraken op de oostelijke delen van de Maghreb en Spanje opgegeven.


    Tijdens de middeleeuwen (1400-1650)

    Marokko speelde gedurende de Middeleeuwen een belangrijke rol op het Iberische schiereiland. Grote delen van Andalusië maakten lange tijd deel uit van het Marokkaanse rijk. Daarnaast vervulde Marokko een spilfunctie in het handelsverkeer tussen zwart Afrika en Europa.
    Na 1400 deden zich enkele belangrijke veranderingen voor.
    In 1492 viel Granada. Portugal en Spanje drongen Marokko in het defensief. De meeste havens langs de Atlantische en Middellandse Zeekust werden bezet (Tanger, Essaouira en Agadir).
    Langs de oostgrens nestelde zich het Ottomaanse Rijk definitief als buur. Het zwaartepunt van de handel verplaatste zich van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan.
    Marokko valt uiteen in verschillende rijken, maar de sultan in Marrakech blijft voor de Europeanen de belangrijkste gezaghebber. Als de sultans niet genoeg weerstand boden aan de Europese invloed vulden religieuze broederschappen (zawia's) en kapers het machtsvacuüm op.


    Marokko onder de Alaouïeten (1660-1820)

    Moulay Ismaïl Vanaf 1650 wist een nieuwe dynastie uit Zuid-Marokko het land onder een centraal gezag te brengen en de meeste kustplaatsen op de Europeanen te heroveren. De dynastie der Alaouïeten heeft haar gezag tot op de dag van vandaag weten te behouden. Natuurlijk deden zich nog wel opvolgingstwisten voor, maar deze bleven binnen de familie.
    Moulay Ismail (1672-1727), die Meknes tot sultanstad maakte, wordt in Marokko gezien als de grootste sultan die de Europese bezetters grotendeels wist te verdrijven en de rust in het land herstelde. De basis van zijn gezag was een goed georganiseerd leger, bestaande uit 15000 zwarte Afrikaanse ruiters. Daarnaast wist hij de nog steeds invloedrijke zawia's aan zich te binden en trok hij de controle over de kaapvaart naar zich toe, voordat deze uiteindelijk door hem ontmanteld werden.
    Onder de heerschappij van Moulay Ismail floreerde de buitenlandse handel. Na de dood van Moulay Ismail brak een periode aan van anarchie.


    Marokko in de 19de eeuw

    Toen in Europa in de loop van de 19de eeuw de industriële revolutie op gang komt en Europese kooplieden wereldwijd op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten en grondstoffen, werd Marokko langzaam maar zeker het slachtoffer van de Europese expansiedrift: na economische en commerciële penetratie door de Europese mogendheden en het opbouwen van een torenhoge schuldenlast werd het land onder curatele gesteld en verliest het tenslotte zijn onafhankelijkheid.
    De opdeling van het Afrikaanse continent begon eigenlijk met de verovering van Algerije door Frankrijk in 1830. Toen een Algerijnse emir de sultan verzocht deel te nemen aan de heilige oorlog tegen de Fransen, kon deze niet weigeren. Het Marokkaanse leger leed echter een pijnlijke nederlaag en de militaire zwakte van Marokko kwam in 1844 dan ook duidelijk aan het licht.
    De internationale conferentie van Madrid in 1880 betekende het definitieve einde van de Marokkaanse onafhankelijkheid: Europeanen kregen nu ook het recht om land te bezitten.
    In 1912 werd Marokko verdeeld in een Spaans (in het N) en een Frans (in het Z) protectoraat.


    Het protectoraat (1912-1956)

    Marokko werd geen kolonie, maar een protectoraat.
    Dit kwam er op neer dat de Marokkaanse soevereiniteit in naam werd gerespecteerd, evenals de positie van de sultan, en dat Frankrijk en Spanje als beschermheren optraden die het land zouden begeleiden bij het moderniseringsproces.
    De weerstand was vanaf het begin groot, het duurde ruim dertig jaar alvorens Marokko daadwerkelijk gepacificeerd was.
    Het Franse bestuur, onder de Franse resident- generaal Lyautey, maakte Rabat tot nieuwe hoofdstad en bouwde nieuwe wijken in de steden. Zodoende zijn de oude stadsdelen (medina) gespaard gebleven.
    In 1944 werd de onafhankelijkheidspartij Istiqlalpartij opgericht, gesteund door sultan Mohammed V. Overleg met de Franse regering leverde niets op. De spanningen liepen inmiddels hoog op. In 1953 werd de sultan Mohammed V zelfs gevangen genomen en door de Franse verbannen. Dit pikte het Marokkaanse volk echter niet. Er brak een volksopstand uit en de nationalisten namen hun toevlucht tot aanslagen. Buiten Marokko groeide vanaf dat moment de steun voor de nationalisten en het verzet van tegen het Franse optreden.
    In 1955 deed de Marionettensultan (die daar door de Fransen was neergezet) afstand van de troon en keerde Mohammed V terug.
    Op 16 november 1955 riep hij de onafhankelijkheid van Marokko uit.
    Op 2 maart 1956 was het afgelopen met het Franse protectoraat.


    "God, het vaderland en de koning"

    Na de onafhankelijkheid verwachtte de Istiqlalpartij dat zij een belangrijke rol zou gaan spelen in een nieuw democratisch Marokko. Dat pakte echter volledig anders uit.
    Zowel Mohammed V als Hassan II (zijn zoon, die zijn vader in 1961 opvolgde) toonden weinig bereidheid om de macht te delen. Mohammed V kon hierbij nog gebruik maken van zijn prestige als leider van de strijd voor onafhankelijkheid, maar onder Hassan II ontwikkelde Marokko zich tot een autoritaire staat.
    Om zijn verloren prestige te herwinnen, mobiliseerde koning Hassan II de bevolking rond de Westelijke- Saharakwestie: bij de Groene Mars op 6 november 1975 trokken 350.000 ongewapende Marokkanen de W Sahara binnen. De Spanjaarden moesten hun kolonie prijsgeven: het N van de W Sahara kwam in Marokkaanse handen en het Z deel van de W Sahara werd een deel van Mauritanië.
    Na een langdurige woestijnoorlog (tegen het Polisario, een bevrijdingsbeweging uit Algerije bestaande uit gevluchte W Sahara bewoners) bezette Marokko in 1979 ook dit Z deel van de W Sahara. Een tweede middel om zijn absolute macht te rechtvaardigen, vond de koning in zijn titel: 'Vorst der Gelovigen' (Amir al- Moeminiem).
    Het symbool bij uitstek van zijn religieuze leidersfunctie werd de immense Hassan II moskee in Casablanca (na de moskee van Mekka, is dit de grootste van de wereld), die hij liet bouwen.
    Mohammed VIDe huidige koning Mohammed VI volgde in 1999 zijn vader op. Hij wordt in het Westen wel beschouwd als een van de representanten van een nieuwe lichting jonge moderne staatshoofden die in het Midden-Oosten modernisering en democratie teweeg kunnen brengen. Of dat ook werkelijk zal gaan gebeuren, moet de toekomst uitwijzen.



    mijn E-mail naar bovenaan
    naar de index map

    Last updated 9.4.2006