Verbleef Hugo de Groot in Baarle??


Verbleef Hugo De Groot
op zijn vlucht
een nacht in Baarle?



Hugo de Groot in Baarle



(Artikelen uit Ons Weekblad, de delen 1 t/m 3, door Dr. Ed Loffeld)

In ons eerste 'Cruyshofje' (Ons Weekblad, 15 dec. 1972) noemden we als een van de mogelijke onderwerpen voor deze artikelenserie: '... het (legendarisch?) verblijf van Hugo de Groot in het logement 'De Zwaan' op Loveren.'

Volgens van Dale (1970) is een legende 'enig verhaal dat op volksoverleve­ring berust', alsook: 'verhaal van zeer twijfelachtige waarheid'.

Na de kwestie bestudeerd te hebben, verklaren we van meet af aan dat dit Baarles verhaal niet tot de 'zeer twijfelachtige' behoort. Maar helemaal zeker is alleen het feit dat het verhaal op volksoverlevering berust en dat het nog steeds verder wordt verteld. Bij een dergelijke taaie traditie is er altijd veel kans op historische juistheid. De Baarlese geschiedschrijver, Rector J. van den Broek, schrijft in 1947:

'... deze (de voormalige herberg 'De Zwaan', het binationale huis op Loveren) is vooral bekend door het verblijf van Hugo de Groot na zijn ontvluchting uit Loevestein in 1621, als de volksoverlevering tenminste geloof verdient...'(Bijdr. tot de Gesch. van Baarle, pag. 32).

Ook van den Broek steunt dus niet op geschreven, maar alleen op gesproken getuigenissen, en wel van meer dan drie eeuwen na het bedoelde nachtlogies. In een boek van slechts een goede eeuw na de vlucht van Hugo de Groot wordt wél over Loveren gesproken, maar zonder vermelding van 'het' feit:

'Niet verre van Baerle ten Westen legt Looveren, een zeer vermakelyck Gehucht, alwaar een kasteel staat, 't Huys Bruheze genaamt...' (Th. v. Goor, 'Beschryving der Stadt en Lande van Breda', 's-Gravenhage 1744, blz.374).

Even vrolijk worden de gesproken getuigenissen nog anno 1973 doorgegeven. Herhaaldelijk kreeg ik heftige tegenspraak als ik het verhaal in twijfel trok. Er zijn er zelfs die beweren, dat De Groot vanaf Loevestein (liggend in de 'oksel' waar Waal en Maas samenvloeien) tot in Baarle in zijn boekenkist is blijven hurken en er pas in 'De Zwaan' uitgekropen is. Dit is in ieder geval niet waar: voor een verblijf van ruim 12 uren bood het sleutelgat niet voldoende luchtverversing. Bovendien staat uit schriftelijke bronnen vast, dat De Groot al in Gorcum uit de kist is gestapt, na een verblijf van ongeveer twee uur (langer had hij in zijn gevangenis tevoren ook niet getraind). Hij had toen een glas Spaanse wijn nodig om bij te komen (hij was 37 jaar).

Na zijn ontsnapping leefde de rechtsgeleerde nog 24 jaar: hij heeft zijn zonderling verhaal dikwijls moeten opdissen. Er zijn vele schriftelijke bronnen uit die tijd, o.a. een Antwerps krantje van negen dagen later (l apr. 1621). - Een van de meest doorwrochte werken is het boek van C. Brandt en A. van Cattenburgh: 'Historie van het leven des Heeren Huig de Groot' Amsterdam 1727. - In onze tijd is alles nog eens grondig nagetrokken in twee werken: A. Hallema, 'Hugo de Groot', 's-Gravenhage 1942 - Peter v. Andel, 'Zes eeuwen Loevestein', Gorinchem 1969 (deze schrijver woont op dit slot).

Uit de bronnen blijkt dat de volgende feiten vaststaan: Hugo wordt op maandag 22 maart 1621 omstreeks 8.30 uur in de ochtend in de kist naar de veerschuit aan de Waal gedragen; overtocht naar Gorcum over de Waal-Merwede.
- Ongeveer 10 uur aankomst in Gorcum.
- Vroege namiddag (14 uur): vertrek uit Gorcum (verkleed als metselaar) via de Merwede, te voet door Land van Altena, overtocht rivier de Maas, naar Waalwijk.
- Avond van 22 maart: op bolderende kar vanaf Waalwijk verder, richting Antwerpen.
- Dinsdag 23 maart: aankomst te Antwerpen. In de 'reisbeschrijving zit een hiaat: welke route volgde de kar "van Waalwijk (waar nu een Hugo de Grootstraat is) naar Antwerpen? Daar gaat het om! Het is niet waarschijnlijk dat de reis in één ruk werd gemaakt: van Gorcum tot Antwerpen zou dat een kleine 100 kilometer zijn geweest. Van Waalwijk-centrum tot De Zwaan' in Baarle is al 37,5 kilometer (per kar is dat wel zeven uur.) Hugo moet ergens overnacht hebben, zeker na die eerste, spannende uren. Waar vond hij nachtlogies??

Welke gebruikelijke verbindingen waren er toen? Welke bekende en veilige logementen? Hoe was tijdens de toenmalige oorlog Republiek Spanje de militair-politieke situatie in de streken tussen Waalwijk en Antwerpen? Hoe is het te verklaren dat 33 jaar later de Zweedse koningin Christina, ook vluchtend, op weg naar Antwerpen via Hoogstraten, op Loveren overnachtte (dit staat vast): vernam zij dit adres misschien van Hugo de Groot, die kort voor zijn dood enige tijd aan het hof van diezelfde Koningin had geleefd??

Zo moge de lezer enig inzicht krijgen in de vraag langs welke banen wij onze speurtocht in de volgende afleveringen van 'Ons Weekblad' zullen voortzetten.

Dr. Ed. Loffeld.

In Cruyshofje XIII;(3 augustus 1973) stipten we enige feiten aan betreffende de boekenkistvlucht van Hugo de Groot. Voorlaatste feit aankomst Hugo de Groot vanuit Gorcum in Waalwijk en vertrek uit die plaats: avond van 22 maart 1621. Laatste feit aankomst in Antwerpen in de loop van dinsdag 23 maart (uur onbekend).

De routekeuze tussen die twee plaatsen was natuurlijk gebonden aan de bestaande zandwegen (verharde wegen waren er nog niet in Brabant.) Verder moest de " reis 'naar 'Antwerpen zo snel en zo veilig mogelijk verlopen: de Groot moest de Kortste, de beste en zoveel mogelijk de minst bedreigde wegverbinding, kiezen (in zover hij niet van de voerman afhing). Na een eerste traject op de (in Waalwijk gehuurde?) kar kon hij misschien ook van de 'vaste lijndienst' gebruik maken; al leek het gevaar van herkenning dan groter.

De snelste verbinding: de Groot moest rekening houden met het feit dat hij achtervolgd zou kunnen worden. Hij wist (gelukkig) nog niet, dat z'n vrouw een detail van de afspraak vergeten was: zij zou aan het venster van slot Loevestein (waar haar man 's avonds kaarslicht gebruikte om te studeren en te schrijven) bij het invallen van de duisternis kaarsen aansteken, om bij de bewakers de indruk te wekken dat Hugo daar bezig was. Zij vergat dit toen de kasteelcommandant Prouninck 's avonds thuiskwam (hij was de hele dag afwezig geweest), maakte een soldaat hem attent op het donkere raam. Prouninck stormde naar boven en. . . vond 'de kooi' leeg. Na een scheldpartij aan het adres van Mevrouw de Groot liet hij zich meteen met 'n aantal soldaten overzetten naar Gorcum, waar hij tevergeefs 't vluchtadres van Hugo doorzocht (hij wist waar de boekenkist gewoonlijk bezorgd werd). Diep in de nacht stuurde hij toen nog een troep paardenvolk naar Waalwijk, waar ze na middernacht aankwamen. Maar toen hobbelde Hugo al enige uren richting Antwerpen.

De Hollandse ruiters zouden 'vanaf Waalwijk buiten Spaans gebied moeten blijven' rijden. Bovendien hadden ze geen enkele aanwijzing wat zijn bestemming betrof; Hugo was als in de mist verdwenen. Hij alleen wist wat hij wilde: hij reisde naar het Spaanse Antwerpen, buiten het bereik van de Staten-Generaal (die hem veroordeeld hadden om zijn godsdienstig-politieke opvattingen). Al eerder had 'n vriend en geestesverwant zich daar gevestigd vanuit Rotterdam (waar Hugo Raad­pensionaris was): dominee Klaas Grevinchoven; bij hem kon de vluchteling zeker onderdak krijgen.

Als de Groot tegen 7 uur 's avonds uit Waalwijk vertrokken is, kon hij om 8 uur in Loon op Zand zijn.

Route I: - Op een kaart van 1705 (in mijn bezit) kruiste daar een weg vanuit Den Bosch via Dongen naar Breda; van hier was er de oude weg naar Antwerpen. Maar (hier komt de veiligheidsfactor) Breda was al vanaf 1590 (turfschip!) een sterk bewaakt Staats bolwerk (tot 1625). Het kon gevaarlijk zijn daar te passeren, en nog meer daar te overnachten. Op deze route zou hij over een afstand van ongeveer 50 kilometer dwars door Staats gebied moeten reizen (van vlakbij Loon op Zand tot onder Zundert). Waarschijnlijk is "daarom dat Hugo verder pal naar het zuiden is gereden, naar Tilburg, ongeveer 10 kilometer van Loon op Zand.

Was deze route veilig? - In maart-april 1609 was tussen de Hollandse Republiek en Spanje een bestandsverdrag gesloten: gedurende 12 jaar zou ieder zijn eigen bezet gebied behouden en zouden geen militaire operaties plaats vinden. Deze periode liep juist af toen Hugo op de vlucht was. De 'bestandslijn' liep ten westen van Waalwijk (Meierij van Den Bosch), langs de oostgrens van de Baronie van Breda, tussen Riel en Alphen door en zo verder boven Turnhout in de richting Zeeland. (Kleijntjens-Huijbers, 'De lage Landen bij de Zee,' 15e druk, kaartje van 1609-1621 tussen blz. 105-106; Dr. de Vrankrijker, ;'De Grenzen van Nederland', Amsterdam 1946, kaartje van 1604 tussen blz.88-89).

Route II - In Tilburg dan was wéér een tweesprong: richting Poppel-Turnhout of richting Baarle-Hoogstraten.

De route naar Antwerpen via Turnhout was nauwelijks langer dan die via Breda of Baarle (al kan Hugo de indruk hebben gehad dat Turnhout een omweg zou zijn). De weg via Turnhout bood 'het voordeel, dat hij (vanaf Waalwijk) in zijn geheel aan de Spaanse kant van de wapenstilstandslijn lag, zij hét tot een eind voorbij Turnhout zeer dicht langs die lijn. De vraag is echter of deze weg zo goed berijdbaar was als die via Baarle en of er eventueel geregelde verbindingen waren. Amalia van Solms volgde deze route toen zij op 8 september 1649 bezit ging nemen van het haar toegewezen Land van Turnhout (en van Baarle-Hertog), zij reisde met eigen karossen.

Route III - Wat te denken over de weg Riel-Alphen-Baarle-Hoogstraten?

De lengte was op enige honderden meters na dezelfde als die van route I en II - Ik ben zoveel mogelijk al deze oude routes met de dag-kilometerteller afgereden: route I (vanaf Loon op Zand via Breda naar Antwerpen: 81 km; route II (vanaf Loon op Zand via Tilburg-Turnhout naar Antwerpen): 83 km; route III (vanaf Loon op Zand via Tilburg-Baarle-Hoogstraten naar Antwerpen-Centrum): 81 km.

Oppervlakkig gezien, was de route over Baarle minder veilig dan die over Poppel: tussen Riel en Alphen zou Hugo de Groot op Staats gebied komen tot Hoogstraten, een traject van ongeveer 25 kilometer (de helft van de Staatse route via Breda). Toch was deze reisroute minder onveilig dan die over Breda: we zijn hier in de periferie van 't Bredase gebied, ver van het Staatse bolwerk.

Hierbij komt dat een aantal gebiedsdeeltjes van Baarle onder Turnhout hoorden en dus Spaans waren. Na een zware reis van meer dan 50 km (Gorcum-Baarle) kon Hugo de Groot hier overnachten. Of hij deze overweging heeft laten gelden? Het reizen dicht langs de Staatse of de Spaanse kant van de bestandslijn maakte al niet veel verschil, wat de veiligheid betreft. Gedurende de nu aflopende 12 wapenstilstandsjaren was alles feitelijk rustig gebleven (Daarom was er niet zoveel verschil tussen route II en III). Veronderstel verder, dat er een Staatse bezetting was in Baarle, bijvoorbeeld op kasteel Bruheze {zie voor het jaar 1581 en 1625, Cruishofje XD, 6 juli 1973), dan zou die er niet wakker van geworden zijn als een reizende 'metselaar' in die buurt logies zocht. Er was nog geen politietelex die alle 'grensposten' gealarmeerd kon hebben. En als de eventueel aanwezige Hollandse militairen geweten hadden, dat Hugo op Hertogs (Spaans) gebied vertoefde, bijvoorbeeld in het Hertogs deel van logement 'De Zwaan', dan zouden ze niet zo scrupuleus zijn geweest en zouden ze hem daar zeker opgepikt hebben en op transport gesteld naar Loevestein. . . Lees maar eens wat tijdens de mobilisatie 1939 Kapitein Felix Donders deed met 'De Zwaan'. . . (Verbroedering', Baarle, 25 jaar bevrijding, 1970, blz. 10-11). En in 1621 lag 't onderscheid Nassau-Hertog nog niet zó vast als na de vrede van Münster (1648). . .

Het televisieverhaal (5 mei 1971. Ned 1, 19.10 uur), dat Hugo de Groot hier ging uitrusten in 'De Zwaan', 'zodat hij er veilig was voor de Staten Generaal', omdat de ene helft Hertogs en dus Spaans was, lijkt dan ook meer op een interessante fabel.

Heeft Hugo de Groot deze route gekozen als de meest voor de hand liggende, dan moet hij ongeveer twee uur in de nacht met de voerman in Baarle gearriveerd zijn (dinsdagochtend 23 maart 1621), na zeven uren rijden vanaf Waalwijk (37,5 km).

Was er een behoorlijke en voor-de-hand-liggende, korte wegverbinding Tilburg-Antwerpen via Baarle?

De vraag werd gesteld (Ons Weekblad 17 augustus) of de route vanuit Tilburg naar Antwerpen via Baarle in de tijd van Hugo de Groot (1e helft 17e eeuw) de meest voor de hand liggende was.

Mijn 2½ eeuw oude kaart van Groot-Brabant; antwoordt: ja (uitgave Amsterdam 1705) Een route van Breda naar Antwerpen is er niet op te vinden, noch een weg van Tilburg over Turnhout naar Antwerpen. Die wegen moeten er wel geweest zijn, maar werden misschien niet aangeduid op de totaalkaarten van een groter gebied, omdat ze voor verre verbindingen minder in gebruik waren. Men moet ook rekening houden met de nog onvolmaakte stand van de toenmalige cartografie: er was in ieder geval een verbinding Breda—Antwerpen.

Op detailkaarten vindt men deze 'secundaire' wegen wel. Het kaartje van de Baronie (1739), door de uitgever van 'Ons Weekblad' onlangs overgedrukt, geeft wél genoemde verbindingen.

— Een kaartje van de Meierij van Den Bosch (1739 in mijn bezit) duidt, ook de wegen aan:

Waalwijk—Loon op Zand—Tilburg—Poppel—Turnhout.

Maar 'op' alle kaarten staat duidelijk de grote verbinding ingetekend:

's-Hertogenbosch — Tilburg — Riel — Alphen — Baarle — Hoogstraten — Sint Lenaarts — Brecht — Sint Job in 't Goor — Schoten — Merksem — Antwerpen.

— Vanuit Tilburg was dat 19 km; van Baarle verder tot Antwerpen: 62 km.

Was dit ’n veel gebruikte, algemeen bekende en dus voor de hand liggende reisroute ?

Ja, en wél van ouds.

-Volgens Holwerda en Laenen (zie v.d. Broek p.16) moet hier al 'n oude Romeinse heirbaan (legerbaan, hoofdverbindingsweg) gelopen hebben. — De baan van Baarle—Looveren naar Hoogstraten én van de Baarlese Singel naar Alphen werd vroeger 'Heirstraat' genoemd, (v.d. Broek p.15).

-Wat de in de Baarlese geschiedenis veel voorkomende benaming „'s Heren Straete" of 'Heerstraat' betreft: dit betekende straat van de 'Heer' (van Breda), een publieke weg.

Brekelmans vermeldt (p. 194, 195) 2 oorkonden van 1697, waarin wordt verklaard, dat 'alle 's heeren straaten van geheel Baarle sijn ende behooren onder ende aen Baarle-Nassau alleen', terwijl Baarle-Hertog 'geene heerestraeten ofte heirbanen' heeft.

De mening van Holwerda over een echte Romeinse heirbaan wordt bevestigd door de wetenschappelijke veronderstelling van de archeoloog Drs. W. Knippenberg: hij projecteert een Romeinse weg dwars door Brabant van Oost naar West, passerend door Alphen—Baarle—Castelré naar Hoogstraten. (Kultuurhistorische Verkenningen in de Kempen, deel II. 1961, 80-81, 74-75). De naam Castelré ten westen van Baarle-Nassau kan wijzen, zegt hij, op een Romeinse versterking ('castra'; p. 84).

Pastoor Binck geeft 'n kaartje ('Omzwervingen in de Alphense Praehistorie', 1945, p. 8), volgens hetwelk de Romeinse baan in Baarle ongeveer de huidige 'Franse Baan' moet zijn geweest. De weg kan ook door de Alphense buurt Kwaalburg gelopen hebben en zou dan in Baarle zijn samengevallen met het latere 'Beevaartpad'. (Zie Knippenberg, 74.75). Dr. Ed. Loffeld, 'Huis aan het Beevaartpad',1971, kaartje blz. 46).

In Baarle werd de 'Heirstraat' in ieder geval gekruist door de weg Breda—Turnhout. Deze kruising kan de oorsprong zijn geweest van twee latere dorpskernen: Baarle-Singel en Baarle-Looveren (v.d. Broek, 16).

Het vroegere Bredase Hoofd van het kadaster, M. Ferwerda, schrijft dat Baarle ontstaan is 'op de kruising van oude heirbanen van Breda naar Turnhout en van Tilburg naar Hoogstraten. (Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, Jaarg. 66, 1950. p. 127).

Loveren, dat de befaamde herberg en afspanning 'De Zwaan' bezat, was vroeger een 'dorp apart' (archief Tongerloo; v. d. Broek, 259), met eigen marktplein en dorpspomp (nu hertenkamp) en regelmatige markten, een eigen rechtscollege voor grondzaken (leen- en laatbank), een eigen kasteel en veel 'voorname' huizen (zoals we in Cruyshofje XVIII zullen vertellen).

Op vele oude landkaarten worden dan ook 'Baarle' en 'Looveren' gelijkwaardig aangeduid. De Baronie-kaart van 1739 zegt: 'Loveren-Baarle'. Volgens C. Kramer, oud-kapelaan van O. L. Vrouw van Bijstand in Baarle, werd al in 1200 het latere Baarle-Nassau aangeduid als 'Loveren-Baerle', naast 'Baerle-onder-den-Hertog'. (Brabants Heem, Jrg. III, 1951. p. 12; zie ook Jrg. I. 1949, p. 44-46).

Pastoor van Herdegom schreef in de 17e eeuw, dat dit grootste deel van Baarle de naam 'Looveren-Baerle' kreeg om het te onderscheiden van het kleinere 'Baerle-Hertog'. Om meer recht te doen aan de gegroeide belangrijkheid van Loveren vestigden zich in Herdegoms tijd veel vooraanstaanden in dit 'aensienlijck gehucht' (v. d. Broek, p. 214). Ze deden dit 'niet omdat het fraij was, maer omdat het was den center van Nassauw' (v. d. Broek, 215).

Loveren (vroeger: Loven) was voor de verre omgeving het centrum der grondbezittingen van de Abdij voor adellijke dames te Thorn (bij Roermond). Hier vergaderde regelmatig een 'Hof', rechterlijk college, dat bevoegd was inzake alle abdij-goederen in Chaam, Alphen, Goirle, Weelde, Merksplas, Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. (Brekelmans, p. 128).

Thomas Ernst van Goor vertelt in 1744 (Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, p. 374) dat de leden van dit Hof niet bezoldigd werden, maar bij iedere rechtszitting 'ten kosten van de Abdis en 't kapittel, heerlyk (werden) onthaelt.'

Hier stond ook 't kasteel Bruheze, dat aangeduid wordt op de oude landkaarten. Het werd kort vóór 1873 gesloopt. We vertelden reeds in dat nummer, dat om of bij dit 'Huys' gestreden werd in 1581, en dat tussen 1625—1631 de Spanjaarden hier een fort bouwden ter bescherming van militaire transporten. In deze tijd leed Baarle veel oorlogsschade, als liggend 'op de passagie'. Daarom kreeg Baarle in 1612 al permissie van Philips Willem van Nassau om op Loveren jaarlijks twee driedaagse paardenmarkten te houden (v.d. Broek, 204-205).

Alles wijst op Loveren als op een verkeersknooppunt.

Een geschrift wat in 1963 werd opgediept uit de postarchieven en uit het Tilburgs gemeente-archief; over het jaar 1629, acht jaar na de passage van Hugo de Groot. (K. Keizer, 'Beknopte geschiedenis van het postwezen In Tilburg', blz. 10-11)

Postiljons (postvervoerders) reden toen van Holland naar Den Bosch, dan was er de verbinding Den Bosch-Tllburg-Baarle van hier via Hoogstraten naar Antwerpen en verder waren er de verbindingen door België naar Frankrijk en Spanje.

De postiljon vertrok uit Den Bosch maandagnamiddag om 15.30 en kwam maandagavond in Baarle aan, waar hij overnachtte. Dinsdagmorgen 9.30 arriveerde daar de postiljon uit Antwerpen via Hoogstraten. De beide postvervoerders wisselden dan hun zendingen uit en die dag (dinsdag) reed ieder weer terug, resp. naar Tilburg; 's-Hertogenbosch en Antwerpen. (Dezelfde dienst op donderdag-vrijdag.) Ook de postiljon uit Turnhout, kwam In Baarle aan om brieven enz. in ontvangst te nemen en door te geven.

We wagen hier de veronderstelling, dat Hugo de Groot van maandag 22 op dinsdag 23 maart 1621 in Baarle net zoals de Bossche-Tilburgse postiljon) heeft overnacht (dit conform de volksoverlevering) en dinsdag 23 een 'lift' heeft genomen op de naar Antwerpen terugkerende postwagen.

Ten slotte vermelden we een petitie van Baarle-Hertog aan de Staten van Brabant tegen inlijving bij Holland: uit het jaar 1786. De Hertogers betoogden o.a. dat hun dorp bloeiend was, niet vanwege de smokkelhandel (hoe kwamen de Hollanders erbij ??), maar vanwege zijn gunstige ligging: op het kruispunt van de grote wegen Antwerpen-'s-Hertogenbosch en Breda-Turnhout (Van den Broek, p. 142; Brekelmans, p. 67.) Sindsdien is het knooppunt als zodanig verdwenen. De weg Loveren-Hoogstraten is niet eens een douanepost waard en het openbaar vervoer mag er geen gebruik van maken. Misschien ligt dit ten dele aan de eeuwenlange verwaarlozing van 'Het Zuiden' door 'Het Noorden', vooral vanaf de Vrede van Münster, ook ten dele aan de aanleg (op last van Napoleon) van de grote weg Parijs-Antwerpen-Breda-Gorinchem-Amsterdam. Het traject Antwerpen-Breda kwam eind 1813 klaar. Het lijkt nu ongeloofwaardig dat Baarle in vroeger eeuwen een centrum is geweest van internationale allure, maar de feiten tonen het aan. De Internationale Spaans—Staats—Spaanse route van Tilburg naar Antwerpen was voor Hugo de Groot de meest voor de hand liggende. Hij moest misschien de snelheid ietwat laten prevaleren boven de veiligheid, maar het risico was kleiner dan via Breda. In Tilburg en Baarle was Hugo ver genoeg van 'Het Noorden' af, en van hier zou hij 'in een wip' in Antwerpen zijn.

Aan de hand van 't hele beeld dat wij uit het bovenstaande kregen; mede lettend op de feitelijke volksoverlevering, concluderen we dat de meest waarschijnlijke vluchtroute van Hugo de Groot verliep: Waalwijk - Loon op Zand - Tilburg - Baarle - Hoogstraten - Brecht naar Antwerpen. 'Of hebben we ons onderzoek te zeer in deze richting gestuurd ? We geloven van niet'.

Over Ons | Site Map | |

Latest update: 8.4.2006