Beste Mevrouw Cools,
Vandaag zag ik u spreken bij de huldiging van het monument voor oudstrijders
in Doel. Uw toespraak was lovenswaardig doch vergat u één ding te vermelden;
de nakende afbraak van het dorp waarin men vandaag voor de 60ste keer hulde
brengt aan zij die ons bevrijdden van de bezetter in W.O. II. Ik kan u dit
moeilijk kwalijk nemen, ik zou ook niet durven zeggen aan diegenen die destijds hun leven in de strijd wierpen, makkers zagen sterven in hun armen
en andere mensen moesten doden om zelf in leven te blijven dat waarvoor zij
vochten moet verdwijnen zonder reden. Dat al hun bloedige moeite voor niks
is geweest en we nu doodleuk gaan afbreken waarvoor er destijds menig levens
werden gelaten. Het is uiteraard eenvoudiger dit vervelende nieuws gemakshalve weg te laten uit uw toespraak en te doen alsof uw neus bloedt.
Ik kan me voorstellen dat dit niet in goede aarde zou vallen bij de overlevenden van deze dramatische periode uit de geschiedenis van dit dorp.
Meer nog, ik meen me te herinneren dat er bij het raken aan oorlogsmonumenten al voor minder diplomatieke rellen ontstonden. Toch siert
het u dat het u niet aan lef ontbreekt om hier in ons bedreigde dorp het woord van de gemeente te verkondigen die welwillend meewerkt aan de afbraak
van deze gemeenschap. Dat getuigd van grote moed.
Ik hoop dat u dit aanzet tot enige reflectie, u hebt of had ongetwijfeld ook
een familielid die kan of kon getuigen van de W.O. II periode. Voor deze helden
en beschermers van onze huidige levenswijze kunnen we nooit genoeg dank
uitdrukken, maar we kunnen hen hen wel tenminste de waarheid vertellen...
met vriendelijke groet
Stefaan Willaert
Doelenaar
|