Nederlandse ambassadeur laakt houding Vlaamse media |
"De inkt van de Waterverdragen in 1995 was nog niet droog of er begon een nieuwe lobby om de Westerschelde nog dieper te maken", constateert Van Dongen. "Dat is, wat nu 'de derde verdieping' (tot 13,1 meter) heet. En waarbij Antwerpen het plan opperde om, ter wille van een bredere vaargeul, de dijken bij Walsoorden, Hansweert en Terneuzen maar een stukje landinwaarts te verplaatsen. België, lees Antwerpen, heeft als eerste zorg de economie: de nieuwste generatie containerschepen aan de kade. Of er dan een stukje waardevol schor in die diepere geul verdwijnt, doet er minder toe. Dát is de Nederlandse zorg: natuurlijke waarden. En veiligheid." De ambassadeur verwijst fijntjes naar de Vlaamse ingenieur Ludo Dirks. Die stelt klip en klaar dat het door uitgebaggerde geulen aangevoerde extra water diep in de Westerschelde bij stormvloed nergens heen kan. "In de visie van Dirks gaat Antwerpen niet ten onder aan verzanding, maar gaat Rubens op zijn sokkel voor de kathedraal tot minstens aan de knieën in het water. Zijn voorspelling: 'We baggeren onszelf een watersnood'."
Van Dongen bestrijdt dat Nederland de Habitatrichtlijn gebruikt om het
einde van de haven van Antwerpen te bespoedigen. "De druk van die
richtlijn speelt een grote rol. Bij alles wat je baggert, moet je, volgens
Europese norm, alternatieven voor de verloren natuur aangeven. Als we
verder zouden uitdiepen dan wordt onvermijdelijk dat in Zeeland de
waterlijn zich landinwaarts verplaatst. Dat we dijken doorsteken en
polders laten onderlopen om nieuwe natuur te creëren. Moet je je effect
op de psyche van de Zeeuwen voorstellen: zeggen dat het land onder water
moet opdat in Antwerpen grotere schepen kunnen komen. Dat probeer ik aan
deze kant van de grens duidelijk te maken. Dat die boodschap politiek in
Zeeland verdraaid lastig ligt."
|