Gouden Jubileum ReBressie (Retorica B
1963)
Ja, er zijn nog zekerheden in het leven:
een speciale verjaardag gaat niet ongemerkt voorbij! Op zaterdag 21 september
2013 vierden we het gouden jubileum van ReBressie, op een mooie locatie in
Brussel.
Met heel wat van onze vroegere
klasmakkers hebben we nog regelmatig contact, het zijn vrienden geworden voor
het leven. Anderen evenwel zagen we voor het eerst na 50 jaar terug, en het
kostte ons enige moeite om hen zonder spiekbriefje te herkennen. Doch ook bij
hen sloeg de vonk van onze vroegere collegevriendschap snel over. De sfeer
bleef dan ook de hele avond bijzonder hartelijk en deugddoend.
Tijdens het sprankelend aperitief werden
we door onze eminente gids Marc Bossuyt deskundig rondgeleid in het schitterend
pand. We werden ook ingewijd in de geheimen van de aloude en nabijgelegen
kruisboogschuttersgilde. Tweemaal een schot in de roos. Voor de groepsfoto
nadien verzamelden we onder de fiere collegevlag, ons bezorgd dankzij Jacques
Berkvens, oud-voorzitter van de Alumni. Spontaan hieven enkele dapperen het
collegelied aan, waarop alle klasmakkers het uit volle borst meezongen.
Misschien zelfs met nog meer enthousiasme dan tijdens onze collegetijd.
Onvergetelijk!
De feestmaaltijd in de prachtige ontvangstzaal
werd passend ingeleid door onze stijlvolle gastheer Marc B. Hij verwelkomde de
talrijke ReBressisten, de meesten vergezeld door hun charmante levenspartner.
Enkele afwezigen werden verontschuldigd wegens ziekte, de anderen werden
aangespoord er volgende keer zeker bij te zijn. Alle medewerkers aan de reünie
werden hartelijk bedankt. Zelfs de nieuwe paus-jezuïet Franciscus werd (vanop
afstand) hoopvol begroet. Wie beweerde ook weer dat een jezuïet nooit paus zou
worden?
Uw dienaar kreeg de eer om de feestrede
uit te spreken. Dankbaarheid overheerst, om alles wat het college ons gaf. We
leerden er kritisch nadenken. Niet
zomaar schaduwen en echo’s voor realiteit aannemen, als de grotbewoners in Plato’s
“Allegorie van de grot”. We werden ook mondig, tijdens spreekbeurten voor de
hele klas. Eerst de pro’s en nadien
de con’s van eenzelfde opgelegd thema
verdedigen, met evenveel vuur en overtuigingskracht. We leerden ook ervaren wat
solidariteit was, vooral tijdens de 6-weken lang durende “repressie”. Deze werd ons zonder pardon opgelegd door onze
onvolprezen klastitularis E.P. Vandenbunder, wegens onze systematische
contestatie van alle gezag. Verschillende leraren waren inderdaad het
slachtoffer geworden van onze al te letterlijk geïnterpreteerde vrijheid van
meningsuiting. De (verdiende) repressie leerde ons gezag en wet aanvaarden. Met
enige geuzenfierheid herdoopten we onze retorica nadien tot “ReBressie” … Wat de jezuïeten ons niet
leerden, waren de mysteries en de charmes van de vrouw. Dat hebben onze
echtgenotes ons later met veel liefde en geduld bijgebracht. Ze probeerden ook
onze emotionele intelligentie (luisterbereidheid, zin voor overleg, tact…) op
een aanvaardbaar peil te brengen. We zijn er hen nog steeds dankbaar voor.
Aan alle tafels zorgde de lekkere
maaltijd met een goed glas wijn verder voor een opperbeste feeststemming. Onze
dichter-publicist Raoul de Puydt vergastte ons allen nog op een exemplaar van
zijn biografie en op zijn prachtig kunstboek over Felix De Boeck. Het
inspireerde zijn tafelgenoot Michel D’Hooghe tot een meesterlijke speech over
zijn lotgevallen als intern op het college. Pruimen als dagelijks dessert en
pruimen als eenmalige ontwikkelingshulp. Michel D. nodigde ons nadien uit voor een volgende klasreünie binnen 2 jaar, in zijn geliefde Brugge. Dit
werd fluks genoteerd door onze gedreven
klasafgevaardigde-secretaris Lieven Merlevede. Ten slotte legde Vincent Viteux
uit, hoe hij als onderlegd gynaecoloog de dames beter kende dan zijzelf.
Terecht dankte hij hen ook, omdat een vrouw steeds geeft terwijl een man vooral
neemt.
Toen zorgden Piet Van Maercke en zijn
band ”Echoes from the past” voor het muzikaal hoogtepunt van de avond. Eerst
begeleidden ze ons bij het (opnieuw rechtstaand) zingen van het collegelied,
waarbij koordirigent Jef Van Hecke ons in de juiste toonaarden hield. Nadien
lieten de 3 fijnbesnaarde gitaristen en de enthousiaste drummer Piet V.M. ons
wegdromen, met muziek uit de “golden
sixties”. Reeds van bij de eerste noten huppelden talloze koppeltjes
vrolijk op de dansvloer rond. Het werd een zalig uurtje swingend
jeugdsentiment.
Er werd nog gemoedelijk na gekeuveld.
Nieuwe afspraken werden gemaakt, voor een nabije toekomst... Hebben we nog wel
een toekomst, nu we stilaan de leeftijd van zeventig naderen? In zijn mooi
sonnet “Le bonheur de ce monde” beschrijft Christophe Plantin het geluk als
“…se contenter de peu, n’espérer rien des grands…”. Toch denken we
onwillekeurig ook aan die anoniem gebleven Griekse twintiger, die 2.500 jaar
geleden schreef ”Een maatschappij groeit pas, wanneer oude mannen bomen
planten, waarvan ze weten dat ze nooit in hun schaduw zullen zitten”. Bomen
zullen we ook in onze maatschappij zeker nog nodig hebben. Veel bomen, en liefst
sterke bomen.
Marc Van Outryve