“Vrolijk danst het hazenvolkje rond. Wat is het leven mooi!”, of het verhaal van een veertigjarig jubileum van retorica B 1963 op zaterdag 11/10/2003

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ja, schone dagen zijn er nog in ’t leven. Zo’n dag mochten wij, 23 opgedaagde ex-klasgenoten van de veertig “wonderbare kerels” van ReBressie ofte Retorica B 1963, en 10 meegekomen partners samen meemaken op een octoberse  zaterdagavond in het Gentbrugse restaurant “het  Braemkasteel”. Met veertig man zaten wij inderdaad veertig jaar geleden onze broek te verslijten bij E.P. Daniël Vanden Bunder zaliger, en dat kon, zo vond Freddy Vergote vanuit het “verre” Nederland, niet onopgemerkt voorbijgaan. Een kleine kern werd gevormd van 6 mensen, Michel, Jozef, Freddy en Guy, bijgestaan door schrijver dezes,  geleid door een op de achtergrond efficiënt organiserende primus perpetuus Marc Van Outryve, die zelfs zijn lieftallige echtgenote Annemie mee inschakelde. Deze kern vergaderde, mailde, woog en wikte voorstellen, proefde gerechten voor, verzamelde adressen van verloren gewaande schapen, en nodigde uiteindelijk iedereen uit voor de lang verwachte reünie: het was ongeveer 10 jaar geleden.

Het werd, in een gezellig kader, een wandelbuffet met allerlei voorgerechten, gevolgd door een stevige steak, besprenkeld met de nodige geestrijke dranken.Vandaar dat er die dag alvast geen honger of dorst werd geleden, en dat is op zijn minst een understatement. Maar niet van brood alleen leeft de mens, neen, ook woorden hebben we broodnodig, en daarvoor zorgde iedereen tijdens het “wandelen”, waar duchtig en met ieders instemming aan vrolijke partnerruil werd gedaan, en waar de tongen tussen het smakken en smikkelen door lustig taterden, herinneringen op-,  en vriendschapsbanden aanhalend. Intussen drentelde ook onze eregast, Miel Houtman, onze beminnelijke en voortreffelijke titularis van de zesde Latijns-Griekse B, zoals die klas 46 jaar geleden genoemd werd, van tafel tot tafel, om overal zijn lievelingsklas, zoals hij ze bestempelde, hartelijk te begroeten. Intussen werden ook oude klasfoto’s bekeken en vergeleken met onze huidige, enigszins belabberde toestand. Daarvoor (voor die foto’s dus) had François Saverys gezorgd.

De stemming ging de hele avond crescendo, en wij stegen een verdieping hoger, om eindelijk rustig te gaan zitten, voor de hoofdschotel en de toespraken. Michel Machiels, sinds jaar en dag onze klasverantwoordelijke, speelde traditiegetrouw de rol van gastheer. Na een ingetogen moment ter nagedachtenis aan de overleden Luc Hoeckman, en het verontschuldigen van enkele eminente afwezigen (waaronder de  recent baron geworden voetbalbons Michel D’Hooghe, en zijn grafelijke collega en levertransplantator Bernard de Hemptinne),  gaf hij het woord aan Miel Houtman.

Onze klas had hem nooit onaangenaam verrast, zei Miel. Een schalkaard antwoordde: “het is nog niet te laat”.  Miel beweerde dat hij zijn goede reputatie te danken had aan ons, omdat wij ooit, bij een mondelinge proef over de verteerde stof in aanwezigheid van o.a. de toenmalige inspecteur, Pater Sprangers, een erg goede beurt hadden gemaakt en hij dus ook. Hij had alleen goede herinneringen aan ons, hield hij vol. Toen Charles opmerkte dat hij niet begreep waarom zo’n lieve man “citroen” werd genoemd, zei ceremoniemeester Michel fijntjes, dat er toen nog geen mango’s waren.

Daarna kreeg Marc Bossuyt, rechter bij het arbitragehof, het woord. Hij wist te vertellen dat wij heel veel te danken hadden aan het college, maar er niet de deugd van de nederigheid hadden opgesnoven. Hij begroette ook de dames, en feliciteerde hen, omdat ze het zo goed getroffen hadden met ons. Vervolgens gaf hij een kort overzicht van zijn indrukwekkende loopbaan, nationaal en internationaal, daarmee zijn opmerking over de deugden kracht bijzettend.

Toen ook de geflambeerde pannenkoeken gesneuveld waren, kwam het afscheid in zicht. Tussen twee happen door wist Miel mij  te vertellen dat hij nog steeds de aanhef van een opstel “Herfststemming” van mij kende. Het ging zo: “Vrolijk danst het hazenvolkje rond. Wat is het leven mooi!” Het zou het motto van de dag kunnen worden.

Na de obligate gelegenheidsfoto’s die wellicht ooit een website zullen opfleuren, werden nog e-mail-adressen uitgewisseld, en bij het afscheid zeiden velen dat we nu, in het zicht van het pensioen, de frequentie van deze (zeer geslaagde) ontmoetingen zouden opdrijven.

Moe maar uitermate tevreden reden wij naar huis…

 

P.S. klasgenoten kunnen zich nog melden als leden op groups.yahoo.com/group/rebressie.

 

Lieven Merlevede (RB 1963)